Reacties
7 april 2018. Een reactie van Peter Lenssen: “een bijzondere leeservaring”.
Ik heb je boek ‘De jongens van de glasfabriek’ gelezen. Ervaren is eigenlijk een beter woord. Een sprookje voor volwassenen, zou ik het willen noemen. Het sprookje van Nate, Miele en Jote die vroeg hun ouders verliezen, vader dood, moeder weg, de kinderen uit elkaar. Een bijzonder boek is het. Ik heb er lang over zitten denken. Waarom je het zo geconstrueerd hebt? Waarom drie jongens? Waarom ‘van het Glaspaleis’? De vragen stapelden zich op en dat is, nadat je een boek uit hebt, een gunstig en productief gevolg vind ik altijd.
De leidraad van het boek (van Miele): iets uit elkaar halen en dan weer in elkaar zetten – om iets te snappen. Dat doe je dan ook. Je vertelt het verhaal niet chronologisch, maar husselt tijd door elkaar. 1964, 1954, 1976 etc. Alle kinderen krijgen op die tijdsmomenten aandacht. Ondertussen vraag je van de lezer of hij/zij meeknutselt. De dood van vader, die van moeder, Nate die schrijver wordt, de kinderen die na de dood van moeder in haar huis gaan wonen, Jote de regelaar, de psycholoog, Miele de zwerver, het huis dat de naam Eden krijgt, de tuin Het Paradijs, de vermelding dat de broers weinig met elkaar praten maar wel in hetzelfde bed slapen. Ik (de lezer) pak de stukjes op, weeg ze, en probeer ze in elkaar te passen, zodat het een coherent verhaal wordt, zodat het voor mij begrijpelijk wordt. Maar misschien is dat wel helemaal niet de bedoeling.
De tijd nogmaals. Ondertussen hopt het tijdsperspectief tussen de jaren veertig, vijftig, zeventig, met als ankerpunt 1964 (de dood van moeder). Daarna laat je die strenge ‘norm’ los. In hoofdstuk IV Ver weg, dichtbij, geef je de verschillende tekstgedeelten de namen van de drie hoofdpersonen. Voor het eerst. Elk kind (elke persoon) heeft zijn eigen phoenix-ervaring, die hem in staat stelt door te gaan. Jote: de kloosterervaring. Nate: ontmoeting met vrouw in Italië. Miele: met zijn vader in het Glaspaleis. Daarna komen de jongens weer terug op het oude nest. Asjiqa, de mysterieuze vrouw van Miele komt ook en blijkt zwanger. Eind goed, al goed. Of toch niet?
De jongens van het glaspaleis was een bijzondere leeservaring. Verrassend ook. Ik ben normaal niet zo van de sprookjes, al maak ik er in mijn romans wel regelmatig gebruik van. Jouw Nate, Jote en Miele zullen me voorlopig niet loslaten. Met de vader, de moeder en de rest van de familie heb ik dat minder. Al moet ik er meteen bij zeggen dat het leven van die tragische vrouw (en haar bizarre contact met de familie) eigenlijk een eigen boek verdient.
Enfin, het zijn maar wat losse kreten die ik opschrijf. We zullen ongetwijfeld een keer de gelegenheid hebben om er over door te praten. Dan kan jij vertellen wat de schrijver weet en bedoeld heeft, en ik speel dan de dankbare rol van bleue lezer. Lijkt me leuk! Nogmaals, dank dat je het boek voor me meebracht!
Met hartelijke groet, Peter
Marianne Kokkelmans:
Vanmiddag heb ik aan één stuk door gelezen in het boek van Jos Bours ” de jongens van het glaspaleis” Een fantastisch geschreven boek met een bijzondere woordkeuze. Wát een verhaal van verlangen, pijn, hartstocht en erotiek. Het heeft me aangegrepen en ik kon niet stoppen met lezen.
Ook zo mooi al die Limburgse uitdrukkingen tussendoor.
Ik heb er enorm van genoten en moet er zelfs even van bijkomen..
LikeGeliked door 1 persoon
Heerlijk om zes jaar na verschijning verrast te worden door de lezersreactie van Jacques Smeets op ‘De Jongens van het Glaspaleis’. Onderstaande recensie schreef hij op zijn site ‘De Blauwe Diender’, (tevens de titel van een openhartig kwetsbaar boek van zijn hand).
Lees en geniet mee. Interesse? Ik heb nog wat exemplaren, die ik gesigneerd kan toesturen.
Hier is de recensie:
De jongens van het Glaspaleis.
Wat ’n bijzonder verhaal over het leven van een Limburgse familie in een dorpje aan het begin van de jaren ’50 van de vorige eeuw. Jote, Nate en Miele zijn drie broers die op jonge leeftijd hun vader verliezen en waarvan de moeder overstuur raakt van de onverwachte dood van haar man. Hij was verkoper in het beroemde Glaspaleis in Heerlen. wees worden.
De auteur beschrijft in deze boeiende en vooral interessante roman de levens van de drie broers zó uitzonderlijk waardoor ik als lezer, heen en weer werd geslingerd in werelden die ik zelf niet eens in m’n eigen leven heb kunnen benaderen.
Op een meesterlijke wijze worden diverse fasen van hun afzonderlijke levens omschreven, zowel lichamelijk als geestelijk. Een heel knap geschreven boek, waarin realiteit en psychologie naadloos in elkaar overgaan.
Ik vind het een voorrecht dat ik Jos Bours persoonlijk heb leren kennen. Wij hebben een paar keer uitgebreid met elkaar gesproken, m.n. over zijn vorige roman: ‘Duvelsprie’, hetgeen een totaal ander boek is dan deze tweede roman van zijn hand.
Toen wij (op afstand) contact met elkaar hadden over het boek ‘De jongens van het Glaspaleis’, vertelde de auteur mij dat hij het boek puur op intuïtie geschreven had. Toen het boek klaar was en uitgegeven en zich er nog eens in verdiepte, zag hij drie versies van zichzelf: de intellectueel, de zoekende artistiek begaafde en de vrije die hij had willen zijn. maar hij wilde ook niet zo asociaal en egocentrisch zijn als Miele.
Tijdens het lezen van dit boek ook een sterke neiging om de karakters op mezelf te betrekken om er proberen achter te komen, welke van deze eigenschappen het meeste op mij van toepassing was. Het lukte mij niet om te kiezen omdat ik iets uit alle eigenschappen in mezelf herkende. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het gegeven dat ik zelf in 1951 ben geboren en ook nog eens vlakbij de omgeving waarin dit verhaal zich afspeelt, waar ik ook de snel veranderende omgeving van de Limburgse mijnstreek in die tijd beleefde.
Dit boek is zeer de moeite van het lezen waard, ik kan het ten zeerste aanbevelen.
LikeGeliked door 1 persoon
Jeanne Hinke
Jos, de complimenten voor je eerste roman. Ik heb genoten van begin tot eind. Ik heb er een blog over geschreven. Lees hier maar: https://sjannesblog.com/2017/02/16/de-jongens-van-het-glaspaleis/
Ik verheug me nu al op een volgend boek van jouw hand.
LikeGeliked door 1 persoon
Realistische magie
Femke Staal (van de boekenwebsite Hebban) recenseerde als volgt:
Auteur Jos Bours (1946) studeerde Nederlands in Nijmegen en Dramaturgie in Utrecht, waar hij bleef wonen. Zijn Limburgse inborst en zijn karakteristieke verbondenheid met mensen uit de regio nam hij echter met zich mee door contact te maken met de lokale (Utrechtse) bevolking. Dit vind je onder andere terug in de 70 toneelstukken die op zijn naam staan. Voor deze stukken interviewde hij bewoners van Utrechtse volkswijken. Vervolgens verwerkte hij die verhalen in een script, dat weer werd ingestudeerd door diezelfde buurtbewoners. Ook de boeken van Bours worden gekenmerkt door sociale thematiek. Zo schreef hij in 1979 Mijnwerkers, verhalen om te onthouden. In 2004 verscheen Lombok Wereldwijk, over een Utrechtse multiculturele wijk. De jongens van het Glaspaleis (2014) is zijn eerste roman. In dit verhaal grijpt hij terug op eerdere thematiek: de Mijnstreek.
Centraal in zijn roman staan de jongens (jungskes) Nate, Jote en Miele Crucifix (bijzondere achternaam, natuurlijk met reden). Na het plotselinge overlijden van hun vader, raakt hun moeder verward. Haar familie besluit om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Zo komen ze alle drie in een ander gezin terecht. Wanneer ze oud genoeg zijn, keren de jongens terug naar hun ouderlijk huis waar ze gedrieën gaan wonen. Zo proberen ze in te halen wat ze in hun jeugd zo gemist hebben: een ‘eigen thuis’. Er dient zich echter een nieuw gat aan in hun bestaan: het ontbreken van de ontwikkeling van jongen tot man. Dit besef biedt hun een opening in de zoektocht naar zichzelf.
Bours combineert realisme met fantasie. Zo heeft het glaspaleis echt bestaan: dit was een warenhuis in Heerlen waar voornamelijk mijnwerkers kwamen. Ook kinderen van mijnwerkers kwamen hier. Voor hen was dit een speciaal uitje om met hun ouders naar toe te gaan, omdat ze daar hun armoedige bestaan even konden vergeten. De drie hoofdpersonen zijn gebaseerd op bestaande mensen. Bours: “Een aantal jaren geleden hoorde ik van mijn vrouw dat er in haar (Limburgse) geboortedorp drie broers woonden. Die leefden samen in één huis en heetten Jote, Miele en Nate. Die merkwaardige namen fascineerden mij. Ooit zou ik een verhaal maken over drie mannen die zo heten.” In dat verhaal laat Bours Nate, Jote en Miele samenwonen in een geheimzinnig ‘mannelijk samenwoonverband’ met bijzondere rituelen. Het huis noemen ze ‘Eden’ en de bijbehorende tuin ‘Het Paradijs’. Daarmee geven ze hun bestaan een magische dimensie.
De jongens vormen een drie-eenheid. Het is aandoenlijk om te lezen hoe ze zich proberen te onttrekken aan de sleur waarin zij terecht zijn gekomen, en hoe zij hun vroege gemis aan een ‘thuis’ proberen te herstellen. Ze vullen elkaar in alle opzichten aan, alhoewel zij dat zelf niet inzien. Uiteindelijk zullen ze hoe dan ook moeten loskomen van ‘thuis’ om zichzelf te worden. Bours beschrijft hun zoektocht op een verbloemende en dubbelzinnige manier. Zijn woordgebruik en zinsbouw past hij aan op het personage dat aan het woord is. Nate praat in beeldspraak, Miele als een profeet en Jote pragmatisch, afgepast en gesloten. Zelf zegt Bours hierover: “Ik heb lang niet alles in deze roman ingevuld en verklaard. Er wordt veel aan het voorstellingsvermogen van de lezer overgelaten, maar daarmee is de roman bepaald niet ontoegankelijk. In krachtige, korte, soms zelfs kortademige zinnen probeer ik de ontwikkelingen en de levenshoudingen van de jungskes te vangen. Die houdingen zijn verschillend, maar onmiskenbaar Limburgs.”
Limburg is niet alleen het decor van het verhaal, Bours schrijft ook (deels) in het Limburgs. Dit leuke detail draagt bij aan het sfeerbeeld. Het duurt even voordat je bent ‘ingeburgerd’ in dit taaltje, maar gelukkig is er achterin het boek een woordenlijst opgenomen die je wegwijs maakt. Met dit debuut mag Jos Bours beslist tot de romanschrijvers gerekend worden. Zijn missie om een beeld te geven van het leven in de Limburgse mijnwerkersstreek is geslaagd. Ook zijn eigenheid heeft hij in het boek verwerkt, op een zeer toegankelijke manier. De combinatie van realisme met verbeeldingskracht maakt deze roman tot een creatief werk. Hét criterium voor talent bij uitstek!
LikeLike
Na één jaar de Jongens voor de tweede maal gelezen.
Ook deze keer was het boeiend.
Het verhaal roept zoveel associaties op dat ik er niet onderuit kwam om zo nu en dan even na te denken over wat ik net gelezen had.
Soms was het voor mij ook best wel confronterend.
Wat is het leven toch gecompliceerd.
Er moeten zo veel ervaringen verwerkt worden voordat een mens volwassen én zichzelf wordt.
Alle facetten van het leven komen in dit boek aan de orde.
Ook de diversiteit in sexualiteit en alles wat daar mee samenhangt komen meerdere keren aan de orde.
En dat nog wel in de jaren zestig in een katholieke omgeving.
De Jongens van het Glaspaleis lijkt mij een heel goed studieboek voor bv sociaal werkers.
Wie geïnteresseerd is in psychologie kan smullen van deze jongens.
Wellicht ga ik het over nog een jaar voor de derde keer lezen.
Arjen Brouwer Den Haag. 29 dec. 2015
LikeGeliked door 1 persoon
JannieTr,
Geregeld ben ik op zoek naar boeken waar nog niet iedereen al zijn of haar zegje over gedaan heeft. Vooral omdat ik ook graag eens verrast wordt door wat een schrijver te vertellen heeft of door de manier waarop hij een verhaalidee heeft vormgegeven. Maar dat betekent wel, dat niet elk boek een aangename verrassing kan zijn. Dat neem ik dan maar voor lief, omdat er anderzijds ook pareltjes tussen zitten. Ik weet niet meer waarom ik De jongens van het glaspaleis van Jos Bours op mijn leeslijstje zette. Ik kan me niet herinneren dat ik er een recensie over gelezen heb. De titel intrigeerde en de beknopte samenvatting van het verhaal ook. Toch bleek het een totaal ander boek dan ik verwachtte, maar daarover verderop meer.
Samenvatting
Een Limburgs dorpje aan het begin van de jaren ’50 van de vorige eeuw. Jote, Nate en Miele zijn drie broers die op jonge leeftijd hun ouders verliezen. Hun moeder raakt overstuur na de onverwachte dood van hun vader, die verkoper was in het beroemde Heerlense Glaspaleis. De jongens worden verdeeld over de rest van de familie. Ze komen terecht tussen merkwaardige, soms aardige, soms boosaardige, maar immer onberekenbare volwassenen met hun codes en taboes. Langzaam maar zeker vinden ze de weg terug naar de verbondenheid van vroeger, maar die wordt danig op de proef gesteld. Jos Bours (Schinnen, 1946) studeerde Nederlands in Nijmegen en Dramaturgie in Utrecht. In die stad richtte hij samen met zijn partner Marlies Hautvast de eerste communitytheatergroep in Nederland op. Hij schreef in totaal 70 toneelstukken die in de meeste gevallen werden uitgevoerd door bewoners van Utrechtse volkswijken. Daarnaast publiceerde hij boeken over uiteenlopende onderwerpen. De jongens van het Glaspaleis is zijn romandebuut. (Achterzijde boek).
Leeservaring
Laat ik beginnen met een verklaring van de titel. Het Glaspaleis in Heerlen (KLIK HIER) is een voormalig warenhuis dat in 1933 werd ontworpen door de Heerlense architect Frits Peutz. Het is een van de belangrijke voorbeelden van het Nieuw Bouwen in Nederland. Heerlen, in het hartje van de mijnstreek, was destijds een belangrijke stad. Daar gaven alle streekbewoners en mijnwerkersgezinnen hun geld uit, daar zocht men bij tijd en wijle vertier. Later zou dat allemaal anders worden, maar daar zijn andere boeken over geschreven. De vader van de drie hoofdpersonen (Jote, Nate en Miele) werkte er. Hij was een knappe man en een succesvol verkoper. Met zijn nog jonge vrouw (17 toen de eerste werd geboren) vormde hij een prachtig en dolgelukkig paar. In de buurt werden de kinderen daarom De jongens van het glaspaleis genoemd.
Maar het noodlot sloeg toe: vader Felix overlijdt plotseling op 27-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Moeder Wies (23) blijft achter met haar 3 jongens van 6, 5 en 2 jaar oud. Ze is helemaal in de war. En haar familie, die de verbintenis nooit heeft zien zitten (en waarvan sommigen ook jaloers waren op het jongste zusje dat zo gelukkig was en in welvaart leefde), greep meteen in door de drie kinderen te verdelen en op te nemen in de verschillende gezinnen. Een hartverscheurende situatie, zowel voor de moeder als de kinderen. Ze zien elkaar zelden en de kinderen worden niet echt liefdevol opgevoed. Moeder Wies overlijdt als de jongens in de pubertijd zijn. Maar zodra de oudste 18 is, gaat hij met zijn broers wonen in het huis van hun ouders, dat ze de naam Eden geven en de omringende tuin het Paradijs.
Nee, niks eind goed al goed! Want dan begint hun gevecht met het leven pas echt. Daar zijn we in de rest van het boek getuige van. Tot het moment waarop de jongste, Miele, net zo oud is als vader Felix, waarop hij zoveel lijkt.
Het lezen was aanvankelijk een behoorlijk verwarrende ervaring. In het begin lezen we een realistisch verhaal, met feiten, gesprekken en gebeurtenissen. Maar zodra de kinderen verdeeld zijn, vormen de gedachten en gevoelens van de kinderen een wezenlijk onderdeel van de tekst. Dat betekent dat op één bladzijde het hij-perspectief plotseling verandert in een ik-gedachten stroom, vol associaties, herinneringen en droombeelden. Maar je leert al snel schakelen tussen beide perspectieven en dan blijkt hoeveel meer je het verhaal wordt ingetrokken op het moment waarop je je één voelt met het eenzame en verwarde kind.
Dat blijft zo in het verdere verhaal: soms is niet duidelijk of één van de jongens droomt, of dat iets werkelijk gebeurt. Er zijn zaken bij die je magisch of surrealistisch zou kunnen noemen. Maar inmiddels heb je ook niet meer de behoefte om na te denken over wat echt is en wat fantasie, verbeelding. Wat er toe doet is de manier waarom de jongens elk op hun eigen wijze proberen weer grip op hun leven te krijgen na deze traumatische jeugdervaringen. En hoezeer ze zich daarnaast met elkaar verbonden blijven voelen.
Niet voor iedereen even gemakkelijk leesbaar misschien, maar wat een rijk verhaal: beeldend en gevoelig geschreven en psychologisch doordacht. Met de nodige filosofische aspecten wat betreft ons mens zijn: het lijkt erop alsof de drie jongens ons allemaal een andere manier willen laten zien van invulling geven aan een waardevol leven. Waarbij niet de voorschreven paden gevolgd worden, maar ieder op zoek gaat naar zijn eigen weg, ondanks de valse start. Waarin Vertrouwen en daadwerkelijk Zijn, in het hier en nu, een belangrijke rol spelen. Met veel symboliek ook, voor wie er oog voor heeft.
Kortom: een soms bevreemdend, maar vooral ontroerend verhaal dat nog lang rondzingt in je hoofd. En dan toch nog eind goed al goed? Dat hangt er vanaf, hoe je de laatste bladzijden wilt lezen. Geven ze de werkelijkheid weer of zijn het toch weer droombeelden van Miele…..?
Jos Bours – De jongens van het glaspaleis. Maastricht, TIC, 2014. 208 pg. ISBN: 978-94-91561-30-1-6.
Ik las dit boek als 36/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).
© JannieTr, november 2015.
LikeGeliked door 1 persoon
Je schrijverstalent heeft een indrukwekkend verhaal weten te vangen Jos.
In beeldende taal schets je hoe het er in het limburgse Thull aan toe gaat. Je beschrijving van de spelers in dit theater , één familie van louter volwassenen, levert in hoog tempo enkele groteske portretten op.
Voordat je ons de familie Finge presenteert laat je ons op de eerste pagina poëtisch kennis maken met de drie jongens waar je roman over gaat: In de manier waarop elke jongen aandacht toont voor de gevonden levenloze merel, schets je hoe verschillend ze op dat moment in het leven staan.
De kinderjaren bij de familie Finge liggen op de eerste bladzijde van je boek achter hen, ze staan op eigen benen, maar het zal nog een roman lang duren voor ze grond onder de voeten voelen.
Een heel mooi begin.
Het verhaal krijgt een dramatische lading doordat de drie kinderen hun vader verliezen aan de dood en kort erna ook hun moeder kwijtraken, die ingestort is.
De drie jonge broertjes worden daarop harteloos van elkaar gescheiden en verdeeld (!) onder ooms, tantes en grootouders. Aangrijpend te lezen over de verwrongen manier waarop de kinderloze volwassenen vervolgens de opvoedingstaak van de drie kinderen overnemen van de moeder. De invloed van hen op de kwetsbare jongetjes strekt zich uit over verschillende jaren. Je schetst in roerende scenes hoe de kinderen getekend worden door hun ervaringen met de gefrustreerde volwassenen.
Prachtig beschreven toevallige ontmoetingen van de jonge kinderen met hun afwezige moeder. Ik zie ze voor me …versteend tot beeldengroep
Wanneer uiteindelijk de 12 jarige Jote bij zijn moeder durft aan te bellen, vindt hij verdrietig genoeg, niet de moeder die hij hoopt te vinden.
Het personage van de moeder is te beklagen. Vanwege haar lot en weerloosheid, maar ook vanwege haar gebrek aan kracht en inzicht.
Haar familie grijpt weliswaar keihard in wanneer ze in crisis verkeert en de verantwoordelijkheid voor de kinderen niet aankan. Maar pijnlijk ook te lezen dat ze geen ontwikkeling doormaakt, integendeel verder wegzakt.
Haar moederhart roert zich binnen de beperkte mogelijkheden, maar komt niet echt in opstand. Ze heeft zich als moeder laten vervangen, wordt een buitenstaander en kan niet verder komen dan zich er bij neer te leggen.
Ze sterft jammerlijk jong, daarmee is het ‘ zich erbij neerleggen’ blijvend geworden. Hoe ze is gestorven doet er dan misschien niet meer toe. Ze verdwijnt uit het verhaal maar het verlangen en gemis in het leven van de kinderen blijft hartverscheurend doorklinken.
Je hebt dit alles sterk beschreven. Je woorden riepen bij mij zowel mededogen als opstandigheid op.
In de tien jaren dat de jonge jongens met elkaar samenwonen in het Paradijs en de Hof van Eden geven ze elkaar letterlijk en figuurlijk warmte, ze slapen met zijn drieën in ėén bed, ze aanvaarden elkaars denken en doen volkomen. Na de bodemloze kinderjaren geef je ze als schrijver nu langzaamaan grond om op te staan.
Op zeker moment begint het zelfonderzoek van Jote Nate en Miele , nu onafhankelijk van elkaar, vorm te krijgen, met ontdekkingen en ervaringen over grenzen heen. De wereld waarin ieder van hen dan terecht komt, een mengeling van gedroomd en werkelijk leven, ik vond het prachtig te lezen.
De jongens blijken, ondanks wat ze hebben moeten doormaken, sterk te zijn. Ze zoeken en vinden in de liefde krachtige tegenspelers met de jongste daarin voorop.
In de slotzin, vol symbolen, is alle hoop voor toekomst van de jongens samengebald.
“”””””””””
Pas bij herlezing vond ik een beetje de weg tussen de verschillende namen, neem het me niet kwalijk. Als geboren Twentse zijn deze namen voor mij onbekend. Dat ze eenlettergrepig zijn maakte de opgave ze uit elkaar te houden nog lastiger.
De onderlinge verschillen tussen de drie jongens beschrijf je heel goed.
Toch ben ik ze meer en meer gaan zien als één personage. Misschien omdat ik de verschillende eigenschappen en ervaringen verenigbaar vond.
Misschien ook heb ik geprobeerd het hoopgevende einde op deze manier voor mijzelf waarschijnlijker te maken.
Tot slot vroeg ik me af waarom ik enkele regels als beschouwende intervallen, als passages in een andere stijl, heb ervaren. Misschien omdat het gebruik van duidingen, ik bedoel daarmee verklaringen en boodschappen over iemands gedrag, me in een ander gemoed brengt?
Ik vond het niet storend maar wel opvallend. Misschien schrijf je op die momenten onbewust al het scenario voor de film die van dit boek te maken zou zijn…
Dankjewel voor deze prachtige roman.
Marja
LikeGeliked door 1 persoon
Heb hier in Portugal de mijmeringen uit de jaren vijftig en zeventig over me heen laten komen. Schitterende sfeertekening….Mijn oud-leerling en filmmaker André van Duren zou er een schitterende film van kunnen maken. mooie flash backs, symbolisch en met flarden Rooms Katholiek wijwater er door heen’Ik herinner me met mijn moeder in de jaren vijftig en begin zestig naar Heerlen te zijn gegaan af en toe…Roermond had geen Vroom en Dreesman en geen Schunck…..Ooh en die roomse verplichtingen….die stijvigheid van de oudere generatie….het verstoppen van emoties en affectie…..Neet doon….waat zolle de luuj dao waal neet van zegke…Nu ga ik beginnen aan een stuk Utrechtse geschiedenis van Jos Bours….namelijk de oude Sojafabriek ……
LikeGeliked door 1 persoon
Het boek van Jos Bours, dat ik van Lenie en Khalid heb geleend, vond ik bijzonder prettig om te lezen. Het heeft een toneelachtige directheid die zorgt voor een duidelijke eigen stijl. De opzet van het boek is goed, springend in de tijd en in perspectief. Om en om vertellen de broertjes het verhaal. De manier van vertellen is origineel, met korte levendige zinnen en een leuke en interessante manier van kijken en denken. Een jongetje danst naakt op het bed van zijn tante en om zijn sporen te wissen trekt hij het sprei weer glad ‘Maar nooit meer zal de sprei zo strak zijn als daarvóór’, schrijft Jos Bours. Dat vind ik goed gevonden omdat dat in feite is wat het jongetje denkt: hij is bang dat zijn tante toch iets aan het sprei zal zien. En ook als dat niet gebeurt, zal het sprei nooit meer zo strak zijn, verstoord als het is door zijn perverse dansje. Ik houd van dergelijke originele gedachten. Nu het boek van Nate over de mijnwerkers zo’n succes is geworden, gun ik ook Jos Bours een flinke oplage.
LikeGeliked door 1 persoon
Ben ik blij dat ik door heb gezet. Ik geef toe, het begin kostte me moeite. De duistere sfeer, beklemmend, de vele vreemde woorden en uitdrukkingen, ik dreigde af te haken. Geen geduld ook.
En dan. Wat een mooie verhaallijn, wat een spannende types, wat een geweldig mooie taal, wat een heen en weer tussen reëel en magisch, surrealistisch. Zo mooi, Jos! En de ontknoping. Ontroerend. Teder. Warm. Het verhaal is rond.
En wat een liefde en bewondering voor de vrouw in dit boek. Verrukkelig.
Dank je wel, Jos.
En doorgaan met schrijven, alsjeblieft.
LikeGeliked door 2 people
Jos Gielen
29 december 2014 om 21:51
Jos, ijzersterk boek. Niet te geloven dat dit je romandebuut is, maar je had al een berg aan toneelstukken geschreven en dat is goed te zien aan de dialogen en aan de verbeelding in “De jongens”. Het begin vond ik wat stroef, al begrijp ik helemaal dat de oorzaak ligt in het bewust gekozen kindperspectief. Daarna wordt het verhaal, volgens mij, steeds vlotter, vanzelfsprekender. De hoogtepunten breken aan als het realistische overstegen wordt: de scène met de adelaar vond ik de top. In dezelfde lijn: de ‘dode’ vader die bij het onttakelde Schunck het raam uit springt en wegzweeft. Ook een mooie vervreemdende scène: de auw wiever in de nacht, onder het schijnsel van het licht van een lantaarnpaal. Veel filmische scènes: tante Tet die Miele leert dansen, je ziet het voor je. Mooi dramatisch: het sterfbed van Wies, de familie die op afstand blijft.
Ik heb ‘als Schinnense jongen’ genoten van de dialectwoorden (klotskop) waarvan ik de meeste herkende, een enkel niet (vraekel). Ook een bron van plezier vormden de dialectisch gekleurde formuleringen: “Je gaat hier neer van de rook.”, “goed geregeerd aan de hals”, “Opa Joes pijpt zich kapot.”. Je moet een ontzettend goed geheugen voor woorden en zegswijzen hebben, maar ook voor sfeer en stemmingen. Ik had geen enkel moment het idee dat je beschrijvingen niet klopten, dat het er zo niet aan toe ging, in die jaren. Wel een benauwend sfeertje, die wereld waar wij vandaan komen! Veel ruimte geeft men elkaar niet. De verhoudingen liggen vast. De vrouwen zitten te wachten. De gestudeerde oom Vic bepaalt wat er gebeurt. De ‘dansende verkoper’ Felix wordt op afstand gehouden. Eng, maar geloofwaardig.
Ik zou je roman tekort doen, als ik hem alleen om het regionale karakter zou waarderen. Hij is vakkundig geschreven. Hij is hecht. De perspectiefwisselingen (van ‘hij’ naar ‘ik’) zijn telkens terloops en soepel. De karakters kloppen. De verstoorde levens van de drie jongens en hun strijd om volwassen te worden, dit gegeven heb je in de diepte uitgewerkt. Het is ook een rijke roman door alle liedjes en alle muziek die je noemt. Je eerste roman. Meteen een vliegende start. Zou zo verfilmd kunnen worden. Zou verfilmd moeten worden!
Nu iets anders. Dit mag ik eigenlijk niet aankaarten. Fictie is fictie. Maar ik doe het toch. Ook al zal het voor weinig andere lezers een rol spelen. Jij en ik woonden als jongetjes zo’n 250 meter van het huis van drie jongens met de bijnamen “Jote, Miele, Nate” (zo, in een adem en in deze volgorde werden ze aangeduid). Je begrijpt dat ik door dit gegeven behoorlijk geconditioneerd was toen ik aan je roman begon te lezen. Tot mijn schande moet ik zeggen dat ik weinig meer van de ‘echte’ jongens weet. Hooguit herinner ik me ‘dat er iets mee was’. Ik heb vernomen dat de broers nog steeds in en bij Schinnen (Thull) wonen. Voor zover ik heb kunnen nagaan is er geen enkele relatie tussen jouw jongens en de jongens uit onze jeugd. In tegendeel. Het contrast geeft me een ongemakkelijk gevoel, zou hun waarschijnlijk een ongemakkelijk gevoel geven. Al vermoed ik dat ze je boek niet zullen lezen.
Weer over naar de fictie: je hebt aan deze drie namen heel bijzondere levens meegegeven. Het was een genot om je boek te lezen, Jos.
Bedankt en complimenten!
LikeGeliked door 2 people
Welmoed de Graaf:
Vandaag voor de tweede keer begonnen in ‘De jongens van het glaspaleis’ van Jos Bours. Nu ik het verhaal al ken, en dus niet meer bezig ben met: “Hoe zou het verder gaan”, valt me nog beter op hoe prachtig het geschreven is. Met zoveel liefde voor taal en voor de drie hoofdpersonages. Prachtige dialogen (daar herken je de toneelschrijver) waarin je het zangerige van het Limburgs bijna hoort (en nee, die verklarende woordenlijst had echt niet gehoeven). Een boek dat me heeft geraakt en dat zeker zoveel aandacht verdient als ‘Kinderen van het ruige land’ van Auke Verhulst.
LikeGeliked door 2 people
Lidwien Divendal
4 november 2014 om 17:17
Jos, je hebt een prachtig boek geschreven. Gisteren was het zo’n grijze dag waarop een mooi boek troost kan bieden. Ik opende de jongens van het glaspaleis, geschreven door een man van wie ik de naam als auteur nooit eerder gehoord heb – Jos Bours is zijn naam, onthoud hem! – en liet me meevoeren door een muzikale stroom van mooie woorden, zinnen, zinnelijke gevoelens, gedachten en menselijk drama. Na 130 bladzijden legde ik het met enige tegenzin opzij, maar wel om nog zo’n fijne leesmiddag te beleven. En dat is gelukt.
Ik heb er echt van genoten. Het katholieke Limburgse mijnwerkers- en middenstandsmilieu ruist als onherroepelijke en niet te weerspreken hoofdfiguur mee in je verhaal. Als oorzaak van glorie (muziek, poëzie, stille nacht, eden en het paradijs) en wanhoop (alleen al je schrijnende beschrijving van 1 november… ) met alle geheime escapades van de diverse familieleden van dien.
Het is knap hoe je de verschillende karakters van elk van de drie broers tot ontwikkeling laat komen, met ieder zijn eigen plek binnen het drietal en een eigen (jeugd}verhaal. Gescheiden van elkaar maar toch innig verbonden. Je gaat als lezer onherroepelijk met ze meeleven en van ze houden, misschien omdat je van hen alle drie een ik-figuur hebt gemaakt, maar zeker ook omdat je ze in al hun geslotenheid ook heel eerlijk en kwetsbaar hebt gemaakt.
Dank je wel!
Lidwien Divendal
LikeGeliked door 2 people
Max Schalekamp
7 oktober om 14.14 uur.
Zoals ik je pas mondeling al meedeelde, vind ik je boek prachtig, Jos! Zeer goed geschreven! Ik vind het ook echt een Jos Bours-boek. Dat betekent: een boek dat getuigt van zelfkennis (de hoogste wijsheid), belangstelling voor mensen, gevoel voor humor, gevoeligheid, liefde voor de muziek, oog voor de harde kanten van het bestaan (en hoe je ermee om kan gaan), kunstzinnigheid (lees ik het of beleef ik het?), door kunnen dringen tot de essentie (of het nu om het leven in het algemeen gaat, om de vertelde tijd, om de Limburgse ziel, om de natuur, om wat literatuur is of anderszins) en hoewel ik je natuurlijk ook weer niet zò goed ken, Jos, zo kan ik nog wel even doorgaan. Hoewel ik me de vergelijking met De Metsiers van Hugo Claus die de inleider bij de presentatie in Utrecht trok, enigszins voor kan stellen, moet het me toch van het hart dat ik dat een te groot compliment vind voor Hugo Claus! Hij sprak, toen hij ergens in de jaren tachtig in Paradiso een prijs van de gemeente Amsterdam in ontvangst nam, de woorden: “Te dansen, omdat men leeft.” Laat dat, ironisch genoeg, iets zijn dat ik zelden of nooit gevoeld heb, als ik zijn werk las, maar heel erg wel, wanneer ik jouw werk lees! Of wanneer ik keek naar voorstellingen van Stut en meedeed als klarinettist aan “Het carnaval der lachebekken” bij het 10-jarig jubileum van Stut. En om daarmee te besluiten: Wat mij in het boek zeer bevalt is dat ik daarin voortdurend de warme harteklop voel van Jos Bours! Dat Marlies Hautvast, je muze en je vrouw, bij de presentatie in Utrecht ook nog schitterend dat mooie “Du bist die Ruh!” van Schubert zong was de spreekwoordelijke kers op de taart! Bedankt voor deze heerlijke leeservaring! In mijn ogen ben je een groot dichter die een lauwerkrans dik verdient! Hartelijke groeten van Max Schalekamp
LikeGeliked door 2 people
Recensie plus interview in het Utrechts Stadsblad 11/11/2014
Klik om toegang te krijgen tot SBU_SUNM-19_141112_1.pdf
LikeGeliked door 2 people
Mooi boek. Ik heb er van genoten.
Treffende korte zinnen, onverwachte wendingen, en het vermogen om mij als lezer me steeds meer betrokken te laten zijn bij de
personages. En soms een sfeer die je optilt uit de realiteit van het alledaagse. Bijzonder.
LikeGeliked door 2 people
Recensie van Biblion/NBD
Met een vader die in de naoorlogse jaren als verkoper werkt in het moderne Heerlense Glaspaleis worden de kinderen in het nabije plattelandsdorp al snel aangeduid als de jongens van het glaspaleis. Als hun vader op jonge leeftijd sterft en hun moeder ‘haar verstand verliest’, worden de drie jongens verdeeld over familieleden en gescheiden opgevoed, met soms tragische consequenties. Eenmaal volwassen komen we weer bijeen en gaan ze samenwonen in het ouderlijk huis. De historie laat ze echter nog vele decennia lang niet los, net zomin als ze hun bijnaam verliezen. De auteur (1946) zelf afkomstig van het Limburgse land, is vele jaren actief geweest als dramaturg en heeft daarnaast in de loop der jaren verschillende boeken gepubliceerd over sociale onderwerpen. Dit aardige romandebuut is voorzien van een verklarende Limburgse woordenlijst, een stamboom en muzikale verwijzingen.
Recensent: Dr N. Bos
LikeGeliked door 1 persoon
Artikel in de Biltse Courant van 29 oktober 2014:
Zie: http://www.deweekkrant.nl/files/pdfarchief/BBC/20141029/BBC_BBC-38_141029_1.pdf
LikeGeliked door 2 people
http://www.peterlenobel.nl/ 4-11-2014
‘De jongens van het glaspaleis’
Na ruim zeventig toneelstukken voor Stut Theater te hebben geschreven, kwam Jos Bours toe aan zijn eerste roman, met thema’s als verweesdheid en de confrontatie aangaan met jezelf.
UTRECHT – Drie jongens die na een zenuwinzinking van hun moeder op jonge leeftijd van hun bed worden gelicht en bij familieleden worden ondergebracht. Het is het startpunt van de indrukwekkende roman ‘De jongens van het glaspaleis’ van Jos Bours.
Door Peter le Nobel
Het verhaal heeft een anekdotische, humoristische aanloop, maar krijgt een steeds dromeriger, haast magisch karakter waarin de drie jongens Jote, Nate en Miele die zich elk op hun eigen manier proberen te bevrijden van hun gevoel van verweesdheid.
Als ze groot zijn keren ze terug in het huis van hun moeder, die inmiddels is overleden. Jote helpt anderen als psycholoog, Nate wordt schrijver en Miele is een globetrotter die uiteindelijk een vurige vrouw uit het Midden-Oosten meeneemt. Zij zet de boel in beweging. Dit alles tegen de achtergrond van het Limburg in de jaren vijftig.
‘Je wist als kind dat van je werd gehouden, maar kon met je gevoelens geen kant op’
“Je wist wel als kind dat er van je werd gehouden”, zegt Bours, “maar dat ging in die tijd op zo’n ontzettend tegenstrijdige, chaotische en ongerichte manier dat je met je gevoelens geen kant op kon. Een voorbeeld is de opa in het boek die Nate eerst poeslief voorleest en daarna in woede uitbarst als hij door zijn schuld gloeiende vonkjes pijptabak over zijn kleren krijgt. Een kind weet niet wat hem overkomt. Het verhaal speelt zich toevallig in Limburg af, waar ik ben opgegroeid, maar het had net zo goed in Utrecht kunnen plaatsvinden. Bovendien viel je ook hier al snel uit de toon als je iets anders dan de anderen wilde. ‘Een apaarteling’, zouden ze in Utrecht zeggen.”
Een beginnend schrijver zou met zoveel verhaallijnen en -stijlen al snel in een moeras terecht zijn gekomen, maar niet Bours, die als mede-oprichter van Stut Theater ruim zeventig toneelstukken heeft geschreven. Een rijk boek heeft hij gecreëerd, met bijzondere thema’s als onthechting, van de jongens, maar ook van de mijnwerkers die hun mijnen gesloten zien worden.
“Je ziet in die jongens de verbeelding van een generatie die iets anders wilde, maar tegengewerkt werd door de oude. Je werd op jezelf teruggeworpen en moest het leven opnieuw uitvinden. Je moest een flinke confrontatie met jezelf aangaan, als je je leven wilde veranderen. En dat moest ook omdat de mijnen dicht gingen. Er was een heel ongelijkwaardige verhouding tussen de arbeiders en de bazen, maar ze hadden wel een vak waar mensen hun identiteit aan konden ontlenen. Dat viel weg, en daarmee ook het voorbeeld voor de jongeren. Hetzelfde zag je ook gebeuren toen de Demka en Werkspoor in Utrecht sloten.”-
De roman is pas na de pensionering van Bours tot stand gekomen. En gezien het literair niveau had dat misschien eerder mogen gebeuren. “Nee, het is gewoon op het juiste moment uitgekomen. In de periode dat ik voor Stut werkte schreef ik drie toneelstukken per jaar en had ik eerder geen tijd. Maar ik heb dat werk altijd hartstikke leuk gevonden. Bovendien heb ik zoveel bijzondere dingen gezien en gehoord uit die zogenaamde ‘gewone’ levens, dat ik nog genoeg materiaal in mij heb voor een volgend boek.”-
Jos Bours, ‘De jongens van het glaspaleis’, Uitgeverij Tic, 208 p., ISBN 9789491561306. Prijs: 17,90 euro. Verkrijgbaar in de boekhandel, Bol.com en ticshop.nl. Zie ook http://www.dejongensvanhetglaspaleis.com.
november 1st, 2014 | Tags: De jongens van het glaspaleis, Jos Bours | Category: Interviews
LikeGeliked door 2 people
Bedankt voor het prachtige boek dat je hebt geschreven.
Ik heb het met veel plezier gelezen en was tot tranen geroerd bij het laatste hoofdstuk.
Echt heel erg mooi.
LikeGeliked door 2 people
Marij Nielen.
Ondanks de vreselijke dingen die de jongens meemaken valt het me op dat ze zo aardig blijven voor elkaar. Dat was bijna onwerkelijk, waardoor ik de jongens al snel als één persoon ging zien. Ze zijn alle drie erg gevoelig en intelligent op hun eigen wijze. Het is opvallend hoe ze zichzelf proberen terug te vinden door middel van spel, nadenken, reizen, maar daarmee blijken ze toch uiteindelijk niet verder te komen. Veel mensen laten het daarbij, kunnen of durven niet dieper te gaan. Net als in het boek: in eerste instantie gaan Jote Nate en Miele na de dood van hun moeder met z’n drieën in hun ouderlijk huis samenwonen met al hun tics maar ze doen ook pogingen om te ontsnappen aan een vage onvrede. En dat lukt dan niet. Ze komen zo niet dichter bij zichzelf.
Maar uiteindelijk gaan ze alle drie op zoek naar een heel diep, wezenlijk contact met zichzelf en dat wordt heel zintuiglijk beschreven.
Het glaspaleis is eigenlijk een droomruimte. In dat beeld, in die ruimte kunnen alle irrationele processen worden uitgewerkt. Het boek wordt op dat punt ook dromeriger en de schrijver probeert daar juist de interne processen te beschrijven.
Het is een roman die echt de diepte in gaat. De heling komt via het medium vrouw en het inlossen van het verlangen naar een ontspannen lichamelijke nabijheid tot stand. De vrouwen in het boek hebben nauwelijks een eigen verhaal. De vrouwen waren niet beschikbaar of juist wel en meer was niet nodig om het verhaal te schrijven.
LikeGeliked door 2 people
Een prachtig boek, met een prachtige beschrijving van de ontwikkeling van de drie hoofdpersonen. Met name het tweede deel deed me in stijl steeds denken aan de boeken van Alessandro Barrico. Ik heb er van het begin tot het einde van genoten…. Het leest makkelijk, maar het is geen “makkelijk” boek… Mijn complimenten!!!
LikeGeliked door 2 people
Recensie door Peter Winkels, Openbare bibliotheek Venlo 30-10-2014
De jongens van het glaspaleis
De titel riep meteen verwachtingen op. Geboren en getogen in Heerlen, met een moeder die er als verkoopster heeft gewerkt, is het warenhuis van Schunck een fenomeen voor me. Nog steeds.
Na lezing riep de roman De jongens van het glaspaleis (het ontbreken van de hoofdletter is –neem ik aan- een bewuste keuze) van schrijver en dramaturg Jos Bours in eerste instantie ressentimenten op aan Het huis van de zeven zusters van Elle Eggels. Dat kwam vooral door de rol van de dode vader.
In het boek van Jos Bours maken we kennis met drie broers: Jote, Nate en Miele Crucifix (Nomen est omen!). Ze groeien op in het Zuid-Limburgse Thull, we volgen hen in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw. Als hun flamboyante vader, sterverkoper in het Heerlens warenhuis, plotseling sterft, wordt hun nog veel te jonge moeder door haar familie geacht niet voor haar zonen te kunnen zorgen. De jongens worden bij verschillende verwanten ondergebracht en groeien daar op. Ieder van hen ontwikkelt zijn eigen nukken en vaardigheden, voor alle drie blijft moeder en het ouderlijk huis een belangrijke rol spelen.
Hun mama zoekt hen af en toe op, tot ongenoegen van de rest van de familie. En er komt een moment dat ze gedrieën besluiten weer hun intrek te nemen in het huis waar ze geboren zijn, huize Eden. Daar lijken ze inderdaad te leven in het aards paradijs. Maar schijn bedriegt; Jote, Nate en Miele moeten het leven ook los
van de familie leren leven. Dat gaat met vallen en opstaan. Daarbij spelen allerlei onderhuidse zaken een grote rol, vaak hebben die te maken met de familieverhoudingen.
In mijn beleving komt het boek een beetje traag op gang. Op een of andere manier zijn de eerst 50, 60 pagina’s te speels en voor de hand liggend. Geleidelijk aan wordt het verhaal sterker en krachtiger en lijken ook de drie gebroeders meer diepgang te krijgen. Wellicht ook door de ontwikkeling die ze door maken.
Pregnant zijn de dialogen, waarin de theatrale achtergrond van de auteur uitdrukkelijk naar voren komt.
Hoe nadrukkelijker de personages zich, al dan niet, lijken te schikken in de rolverdeling die ze wordt opgelegd, hoe meer profiel ze krijgen en hoe sterker ze uit de verf komen. Vreemd, maar soms lijkt er –ondanks alle drukte vaak- een vorm van verstilling te spreken uit met name hun gedachtegangen. Jote, Nate en Miele vormen aan het einde van de roman weer meer een familie; er is een vrouw bijgekomen en een kind. Ook de lezer deelt in deze rijkdom.
zie: http://www.ikleesliteratuur.nl/boek-besprekingen/8/peter-winkels/98/de-jongens-van-het-glaspaleis/
LikeGeliked door 2 people
Recensie in Limburgs Dagblad/De nieuwe Limburger 21-10-2014
Jos Bours, geboren in Schinnen, debuteert op 68-jarige leeftijd als romanschrijver met De jongens van het Glaspaleis. Het is nadrukkelijk zijn romandebuut, niet zijn schrijversdebuut – hij schreef eerder al een zeventigtal (volks)toneelstukken en een flinke hoeveelheid non-fictie – en dat is ook te merken.
De jongens van het Glaspaleis is qua structuur zeker geen gemakkelijk boek, maar het leest toch soepel weg, onder meer omdat de dialogen kloppen, levensecht zijn. De jongens van het Glaspaleis speelt zich af in de voormalige oostelijke mijnstreek en is het levensverhaal van drie op het eerste oog wat wereldvreemde broers – Miele, Jote en Nate Crucifix – die gevolgd worden in de jaren ’50, ’60 en ’70, de jaren tussen de hoogtijdagen en het einde van de mijnen en het katholieke keurslijf. Herkenbaar, invoelbaar, soms verrassend meeslepend.
GUUS URLINGS
Schrijver: Jos Bours
Titel: De jongens van het Glaspaleis
Aantal pagina’s: 205
Uitgever: TIC
Prijs: 17,90 euro
LikeLike
Anna Kruger:
Wow. Wat een prachtig boek. Net uit! Zo helemaal Jos! Limburg, mooi en professioneel geschreven, gelaagd met gevoel, omgeving, emotie, Italië, Armenië, muziek, accordeon, de liefde. Allemaal zo herkenbaar Jos. Van jou. Coming to age! Coming to be a writer. Later méér!
LikeGeliked door 2 people
Hallo Jos,
Net de laatste pagina van je boek uitgelezen
Ik heb er van genoten, geboeid gelezen. Vooral door de verrassende opbouw. Het eerste deel ,de beschrijving van situatie van de wereld van de 3 jongens: riep veel herinneringen op aan de verhalen die we vroeger deelden, de grappen die je maakte, het decor waar het zich afspeelde. Treffend, vooral de beeldende taal, de korte zinnen, de rake typeringen.
Dan het tweede deel, waarin het verhaal steeds meer schakelt tussen droom en werkelijkheid. Een zoektocht naar de essentie van het bestaan. Wie ben ik, hoe vertrouw ik op mezelf en hoe kom ik tot open en oprechte relaties. Ik vind dat mooi en verrassend gecomponeerd, met een hoog filmisch karakter: werken met beelden en symbolen…
Dit zijn mijn eerste spontane reacties . Ik moet het echt nog een keer lezen om alle beelden en verwijzingen goed te herkennen en te doorgronden.
Ik hoop dat veel mensen van dit boek gaan genieten en het smaakt zeker naar meer…
.
Frans
LikeGeliked door 2 people
Jos je hebt een mooi boek geschreven!
Minutieus wordt de sfeer van de jaren vijftig en begin zestig opgeroepen. Toen het (zuid) Limburgse land bepaald werd door de lange schoorstenen en schachtbokken en ook een alles doordrenkend en verstikkend katholicisme. Je waant je aan tafel bij de (groot) familie Finge tijdens het communiefeest en als het oordeel over moeder Wies wordt uitgesproken. Of bent bij de ontsnappingen naar de ”grote” stad, met zijn verlokkingen de plek der zondaars.
Maar er volgt veel meer. De zwerftochten of liever gezegd pelgrimages van de drie broertjes met de niet mis te verstane naam Crucifix. Jote de afstandelijke, Nate de ondoorgrondelijke en Miele de stille. Die laatste blijkt het best bestand tegen de stormen van het leven. Ze ontvluchten telkens hun Eden maar uiteindelijk en onvermijdelijk komen ze er weer thuis. Waar de vrouw van Miele, Asjiqa, de schakel blijkt en het nieuwe leven brengt.
Mooi geschreven ook omdat elke zin er niet voor niets staat en zijn betekenis heeft. Het is ook een rijk boek waarin allerlei kleine en grote gebeurtenissen het grote geheel vormen. De verspringingen in de tijd geven er een verdere dynamiek aan.
Mooi, mooi, mooi! Jos ik ben benieuwd wat er nog meer gaat volgen!
Wim Weyers, Nijmegen
LikeGeliked door 2 people
Het boek leest heel fijn. Ik heb er echt van genoten! Een super mooi en ontroerend verhaal, met drie totaal verschillende, interessante en verrassende hoofdpersonen.
Ik vond het mooi om te lezen over ‘de jongens’ hoe ze zich ontwikkelen, over hun verleden en hoe hun personage meer uitgediept wordt. En dat er, vond ik, ook plek was in het verhaal en de personages voor spiritualiteit en dan tegenover een meer nuchter Limburg als achtergrond. Daar hou ik erg van.
En heel mooi de Limburgse woorden tussendoor en dat het boek over de mijnwerkers erin terug komt!
LikeGeliked door 2 people
Een boek vol verrassende wendingen en met veel Limburgse uitdrukkingen zoals: Klotskop, Fieloer, Batteraaf, Sippschaft, Sjnappe etc. Gelukkig wel met een verklarende woordenlijst. Ik vind het een heel bijzonder boek. En ook nog naar het leven zoals het in de zestiger jaren echt was. Er kwamen bij mij veel herinneringen terug aan mijn eigen (gereformeerde) jeugd in Friesland. Veel overeenkomsten in een totaal andere omgeving.
Wat opvalt is, dat het geen langdradig verhaal is. De stijl van schrijven is totaal anders dan de meeste romans.
Eigenlijk is het geen roman maar meer een beschrijving zoals het in de jaren 50 – 60 echt was. Dus meer een documentaire in romanvorm.
Hierdoor leest het gemakkelijk en wordt je terug geworpen naar je eigen jeugd. In de “jongens van het glaspaleis” staat geen zin die geen betekenis heeft. Met elke zin bedoelt de schrijver iets te zeggen.
Van harte aanbevolen. ISBN/EAN. 978-94-91561-30-6
Arjen Brouwer
LikeGeliked door 2 people
Ik heb de eer gehad om al eerder fragmenten, delen van je boek te lezen. Maar niets is zo heerlijk lezen dan een echt boek, daadwerkelijk bladzij na bladzij kunnen omslaan. En dat heb ik gedaan. Elke avond keek ik uit naar een uurtje doorbrengen met een kijkje in de levens van Jote, Nate en Miele. Drie jongens van wie je hoe dan ook gaat houden. Ik vond het geweldig om steeds meer iets van jou, Jos, terug te zien in de jongens. De door zijn oom opgejutte Jote, die onder grote druk moest studeren om een hoge positie te behalen in dit leven. De schrijver Nate, die zich eerst moet losmaken om écht vanuit zijn hart te kunnen schrijven. De dromerige Miele, die waarneemt en ziet, aanvoelt wat aan veel anderen voorbijgaat.
De mooie manier van schrijven zorgt dat je ook bij de jongens in Eden woont en in het paradijs rondwandelt. De jongens van het glaspaleis, daar ga je op elke bladzijde van het boek iets meer van houden. Hun tragische jeugd weten ze achter zich te laten en naarmate het boek vordert vinden ze zichzelf. Ieder op hun geheel eigen wijze en dat is schitterend beschreven. Het is een meeslepend verhaal, waarin humor, boosheid, verwondering en verdriet in een snel tempo langskomen, in de geest van de tijd. Naar mijn gevoel vormen de drie jongens in werkelijkheid één persoon: de schrijver Jos Bours.
Een aanrader, wat mij betreft!
Ik ga het zeker nog een keer lezen omdat je nu door móet om te weten hoe het verder zal gaan met de drie. De tweede keer zal het zeker nog beter, mooier en indrukwekkender zijn.
Dank je wel voor dit prachtige boek!
LikeGeliked door 2 people
India, een heel ander stukje aardbol dan die Limburgse mijnstreek van de jongens. Nu is alles gelezen. Een paar dagen al. Ik zit in een hotel achter het toetsenbord met een tochtig waaiding boven mijn hoofd. Pas na de laatste bladzijde wist ik wat dit is. Odysseus, een vertelling zoals een sage, een middeleeuws schilderij over de gang van leven, dood en laatste oordeel, zwanger van symboliek. Je hebt alles verteld. Nu, aan het einde, doet geloofwaardigheid er niet meer toe en het is belangrijk dat het verhaal als zodanig de wereld ingaat. Het begint als een realistisch, smartelijk maar humorvol verhaal dat geworteld is in de mijnstreek. De drie jongens ontstijgen hun milieu en dat is bij Jote voorbestemd door het lot dat hem bij Vic plaatst. Maar de andere twee doen dit vanuit hun blauwdruk en de tijdgeest. Het verhaal ontwikkelt zich naar een mythe ook al komen er geen goden van gene zijde.
Ik zoek naar de juiste woorden en hoop dat dit te volgen is. Bij momenten is het magistraal magisch! Prachtige scenes, beelden en dialogen! De vrouwen die het grote keerpunt markeren, zijn vrijwel identiek, een kruising tussen Carmen en … toch maar Maria? Nee, geen heiligheid, ook al verkeren zij bij Jote en Nate op gevaarlijk terrein, een kerk.
De vrijscènes zijn heel mooi! Het is alles lijnrecht vanuit de innerlijke bron opgetekend.
Volgens mij ben jij, Jos, Nate en Jote. Miele zou je wellicht willen zijn als deze inderdaad zijn verantwoordelijkheid neemt. Miele leeft in vertrouwen en een grenzeloos zijn. De omkering is daarom aan het eind prachtig. Miele vertegenwoordigt ons aller streven en hopelijk bestemming.
LikeGeliked door 2 people
In gezien.nl/heerlen/cultuur/de-jongens-van-het-glaspaleis
Jos Bours debuteert als romanschrijver op 68-jarige leeftijd met de roman De jongens van het Glaspaleis.
Toch is hij geen groentje als schrijver. Hij schreef in totaal 70 toneelstukken die 2500 maal werden opgevoerd, in de meeste gevallen door bewoners van Utrechtse volkswijken. Daarnaast publiceerde hij boeken met interviews over psycho-sociale thema’s (o.a. Limburgse mijnwerkers, WAO-ers, staalarbeiders, de multiculturele Utrechtse wijk Lombok) en over communitytheater.
Jos Bours werd geboren in Schinnen en studeerde Nederlands in Nijmegen en Dramaturgie in Utrecht. In die stad richtte hij samen met zijn partner Marlies Hautvast de eerste communitytheatergroep in Nederland op.
En nu publiceert hij zijn eerste roman over zijn geboortestreek, de voormalige Oostelijke mijnstreek, met alle ingrediënten die nodig zijn om er een boeiend, meeslepend en ook zeer herkenbaar verhaal van te maken. De drie hoofdpersonen, de broers Miele, Jote en Nate Crucifix, maken op het eerste oog een nogal wereldvreemde indruk. De taal, de muziek, de beelden, alles in deze roman is evenwel zeer authentiek. De jaren ’50 en ’60 waren de hoogtijdagen van de mijnen en het katholieke keurslijf en we volgen de drie hoofdpersonen tot in de jaren ’70 wanneer de rol van zowel het een als het ander is uitgespeeld.
De Limburgse presentatie was in Heerlen, ja natuurlijk, in het bewuste Glaspaleis uit de titel.
LikeGeliked door 2 people
Ik heb het boek met veel plezier gelezen, zelfs heb ik de neiging om het gewoon nog een tweede keer te lezen. Dat gebeurt eigenlijk nooit, maar ik vind het meesterlijk en prachtig geschreven. Mooie woordspelingen, interessante karakters. Interessant om zo over Limburg te lezen, ik zie het helemaal voor me. Hou zelf ook van boeken over andere tijden en andere culturen. Maar dit is echt uit jouw eigen leven ontsproten, petje af!!
LikeGeliked door 2 people
Ger Comans
14:04
de wereld mag weten dat er een boek geboren is dat op de plank kan staan tussen de toppers.
het is een mooi boek, dikke bladzijden met duidelijke letterdruk alles in een mooie kaft gebonden.
het boek is niet geschikt voor luie lezers! je moet wel bij de les blijven en bij sommige passages wakker zijn.
het klopt precies wat Miele schrijft “om iets te snappen, moet je het eerst uit elkaar halen en dan weer in elkaar zetten”.
het boek vraagt dat je het zeker twee keer moet lezen om er meer uit te halen, anders gezegd: het boek geeft je dan meer stof om het verhaal beter te kunnen analyseren.
er zijn alinea’s bij waar je je waant in een zaal met een podium waarop het spel zich vertoont, dat lees je tussen de regels door.
een fascinerend boek dat je vaker ter hand neemt.
we wachten op een volgend boek van je.
LikeGeliked door 2 people
Reactie van Jos Prop:
Ik heb je jongens gevolgd. Van ingekapselde zonen uit het gehucht Thull tot vrije volwassen mannen. Je hebt een ‘bildungsroman’ geschreven die mijn bewondering verdient.
Bewondering voor het lef om hun geschiedenis op papier te zetten. Daar is moed voor nodig en de overtuiging dat je iets hebt toe te voegen aan het vele dat er al geschreven is. Jezelf die taak opleggen is geen sinecure.
Bewondering voor de manier waarop je de drie papieren namen tot levende karakters hebt weten te kneden. Drie verschillende jongens, wier onderscheiden aard je mooi naast en -waar nodig- tegenover elkaar hebt gezet. Drie unieke mensen die zoveel met elkaar gemeen hebben dat hun verbondenheid geen woorden nodig heeft. Dat hun bestemming, bepaald door hun gemeenschappelijk verleden, wel los van elkaar géleefd, maar niet béleefd, zal kunnen worden. Zij zijn en blijven immers zielsverwanten die in jouw roman elkaar op een welhaast transcedente manier aanvoelen. Drie onderscheiden levens door een virtuele navelstreng voor altijd met elkaar verbonden.
Bewondering voor je schrijfstijl. Je stijlvariaties (rustig met bijzinnen, veel dialogen, hijgerig en bijna kortademig als er tempo gevraagd wordt, de vele korte herhalingen, etc.) ondersteunen de onderscheiden taferelen, verwikkelingen en overpeinzingen. Zoals Jote, Nate en Miele ook hun eigen vocabulaire hebben. (Wat een lekker klinkende namen trouwens. Zit een muzikaal ritme in.)
Bewondering voor de beschrijvingen van de sfeer van destijds (dorps, katholiek, de mijnen, het dialect, de ‘gespeelde’ preutsheid maar ondertussen…..) en de couleur locale.
Bewondering voor het surrealistische element – waaraan het wel even wennen was – dat de personages rijker maakt en dat uiteindelijk zowel de verschillen als de onderlinge verbondenheid tussen J, N en M sterker maakt.
Bewondering voor de structuur van je werk. De afwisseling tussen de (overpeinzingen van) drie karakters, de flashbacks, het overgaan van actieve gebeurtenissen in gedachten-monologen en het verrassend wisselen van perspectief (van eerste in derde persoon bv. en omgekeerd) etc. Een structuur die het verhaal ‘fris’ houdt.
Dat moet ik ook even aanstippen: in het begin stort je een vloed aan namen over de lezer uit, waar ik even doorheen moest. Het ‘wie is wie’ speelt dan voor mij, als op dat moment nog onwetende lezer, nog een grote rol. Zeker wanneer die nog niet vertrouwde personages ook nog met elkaar in gesprek raken. Dan word ik gelukkig bij de hand genomen door de familiestamboom op pag. 207. En wanneer het stof van de exposé is neergedaald zit ik ogenblikkelijk in een vertrouwd en nieuwsgierig makend verhaal.
Jos,
Je boek staat recht overeind op de plank en hoeft niet gestut te worden. Het mag er fier staan.
Want hoe vaak leidt zo’n historisch en streekgebonden verhaal niet tot een triviale streekroman, die de anekdotiek van de herkenning, inclusief het sappige dialect, niet overstijgt? Het lezen en meebeleven van de reis naar volwassenheid van jouw jongens was de moeite waard!
Blijf schrijven a.u.b!
Jos Prop
LikeGeliked door 2 people
Wat een prachtig en origineel verhaal. De jongens worden in zulk een rijke, beeldende taal tot leven gewekt, dat je van elk van hen gaat houden: speels, humoristisch, zinnelijk en vol magie. Maar laat je niet misleiden. Daaronder tref je psychologische lagen en filosofische overpeinzingen aan die betekenis geven aan deze hartverscheurende levens, in een tijdsgewricht waarvan misschien meer mensen dan we denken zich de last herinneren, zo niet nog dragen. Een last die in de kern evenwel universeel en tijdloos is: tegen de stroom in je bestaansrecht als mens opeisen en vorm geven aan je ware identiteit. In juweeltjes van scènes en dialogen neemt Jos Bours je mee op deze zoektocht. Oh die moeders en hun zonen, oh die grote families, oh dat uitstoten en ketenen… De apotheose waarin de jongens, mannen nu, elk hun eigen opdracht te vervullen hebben, grijpt je bij de strot en had niet passender ingevuld kunnen worden. Een roman met een grote zeggingskracht, een feest om te lezen.
Maria Philippens
LikeGeliked door 2 people
Beste Jos,
Na de leuke presentatie in het glaspaleis was ik zeer benieuwd naar je boek. Een mooie verrassing, een prachtig boek in vele opzichten. De vlotte schrijfstijl, de ietwat surrealistische personages, de vaak komische dialogen en ook de diepgang : hoe ik als lezer wordt meegenomen in de manier waarop de levens van de broers zich ontspinnen, de tocht van hun ziel. Zo herkenbaar, ook in de vraag: in hoeverre is mijn leven voorgekookt door allerlei omstandigheden en wie is nou precies de acteur in die reality soap?
Het was heerlijk me te laten meevoeren in de wereld die je in je boek hebt geschapen, en als zoon van een mijnwerker extra leuk! Een paar figuren in het boek hadden zomaar een oom of tante van me kunnen zijn.
Bedankt voor je prachtige verhaal!
Willem
LikeGeliked door 2 people